vrijdag 5 mei 2023

Samsara

Zeg: ‘wat betekend Samsara eigenlijk, vroeg een vriend?’ 

Ik kijk naar buiten, terwijl ik een slok thee neem. 

‘Dit’, antwoord ik.

‘Heb je weer aan de terpentine zitten snuffelen’, vraagt hij? 

Ik giechel, omdat Dit aardig vaag klinkt voor iemand die een afkeer heeft van elke vorm van spiritualiteit, laat staan er hardop over nadenkt. 

Ik verdenk hem er wel van dat hij bezinnings -en levensvragen heeft, maar het is altijd makkelijker om vierkant te blijven denken en het er niet over te hebben. Dat doe ik zelf ook vaak. Niet over nadenken, dus niet over praten.  

“Samsara betekend: ‘ De cyclus van leven en dood.’ Of eigenlijk  de cyclus van dood en wedergeboorte. Voor mij persoonlijk betekent dit: ‘het omarmen van de levenscyclus.’ 

‘We worden geboren, leven ons leven vol met momenten van lijden en tegenslag, maar ook van karma en geluk.’ Vervolgens sterft het lichaam en begint de cyclus opnieuw. Net zo lang tot de ziel van ons lijden heeft geleerd en we een stapje verder zijn ontwikkeld.” 

En dat vind ik een prachtige metafoor voor mijn kunstenaarschap. 

‘Kunstenaars moeten lijden, zegt mijn vriend gierend van de lach.’ 

Nou, eigenlijk vind ik dat ‘lijden’ dus onzin, vervolg ik. Het lijden is een onderdeel van ieders leven, dus kan ik dat beter omarmen, net als het ervaren van geluk.

Maar, vervolg ik: ‘kunstenaar zijn is wel een oneindig proces.’ Het is een proces waarin je ook af en toe echt moet afzien als het idee of beeld van het kunstenaarschap niet aan je persoonlijke verwachting voldoet. Tegelijkertijd is het ook een prachtig proces. Twee tegenstellingen die naast elkaar bestaan. Het is iets waar ik heel gelukkig van word. Het kunstenaarschap en kunst maken is iets dat volledig bij me past. Soms zo erg dat ik ook nog wel eens vergeet dat er andere dingen in het leven zijn. Ik moet soms ook oppassen dat ik mezelf er niet volledig mee identificeer. 

Ik maak kunst, ik kan er in opgaan en volledig loskomen van alle tijd en ruimte. En tegelijkertijd heb ik soms slapeloze nachten, omdat er een idee is dat zich maar aan me blijft opdringen. Dat is dan ook het moment dat ik een week of langer iets heel anders moet doen. 

Waarom, vraagt hij?

Op zo’n moment vergeet ik mezelf en dus ook mijn omgeving. Mijn omgeving vergeet mij niet. Het geeft frictie. Als ik daar niets mee doe verdwijnen de verbindingen die ik nodig heb. Menselijke verbindingen om contact te maken met mijn muze, mijn inspiratie. 

Je bent me nu wel kwijt hoor, giechelt mijn vriend. 

Ik glimlach, omdat het voor mij zo ontzettend helder is. 

Samsara is mijn creatieve cyclus. Kunst wordt geboren, een proces of lijdensweg volgt tijdens het maken, daarna leeft het en dan verdwijnt het. 

Het is een oneindige cyclus en een manier voor mij om een totale verbinding te vinden in mijn werk.

Kunstenaar zijn, vraagt hij? 

Nee antwoord ik en ik laat een stilte vallen voor ik zeg;

Leven… 





maandag 24 april 2023

Motivatie (1)



Een van de moeilijkste dingen die er zijn in mijn leven als beeldend kunstenaar is het vinden van motivatie. 

Het is vandaag zo’n dag. 

Het regent, wat de tuin als een knalgroen beeldscherm op mijn netvlies projecteert. En hoewel het prachtig is, moet ik zoeken naar motivatie om aan het werk te gaan. 

Ik kijk op mijn lijstjes die ik eens niet ergens ben kwijtgeraakt, maar netjes heb vastgezet in mijn digitale notitieblok, maar het gevoel geen zin te hebben vandaag is erg sterk. 

Eerst nog maar eens een kop koffie dan, even de vloer vegen en een papiercheck voor een vaag project dat ik in mijn hoofd heb. 

Aan de andere kant van mijn kamer schreeuwt een wit canvas in stilte naar me. ‘Beschilder mij!’ Ik bekijk de verf, heb ik nog genoeg blauw en groen? ‘Shit, mijn zwart is op.’ 

Terug naar de Ipad, kijk ik online rond en beland in een hersenloos surfen op pagina’s die niets te maken hebben met het ‘aan de gang gaan’. 

Het is inmiddels half elf als de frustratie zich echt aandient en ik besluit om gewoon een bak thee op de bank te gaan drinken en het ‘moeten’ creëren opgeef. 

‘Ik moet niets,’ zeg ik tegen mezelf. 

‘Vind je het nog leuk, Eva?’ 

-En ‘Waar ben je nou eigenlijk mee bezig?’ 

Als ik verder nadenk, zie ik dat ik al wat langer vastzit. Al een paar weken. Het begon voor mijn vakantie, maar ik schreef het toe aan vermoeidheid en tijd voor iets totaal anders. 

Ik heb vrij trouw mijn ochtendpagina’s bijgehouden om rust te creëren in mijn hoofd. Maar ook dit werkt niet vandaag. 

‘Ik-heb-geen-zin.’

…En waar heb ik dan wel zin in? 

Uiteindelijk beland ik in het afwerken van een schets waar ik al te lang mee bezig ben en groeit het gevoel van onvrede eigenlijk alleen maar meer. 

Ik vind het moeilijk. 

Creatief zijn is een ding, maar bezig zijn met kunst maken: dag in dag uit, is echt iets anders. 

Als ik gefrustreerd een vriendin bel die ook beeldend kunstenaar is, blijk ik niet de enige te zijn. Ook zij ervaart vandaag geen motivatie of drive om aan het werk te gaan. Maar zij gaat er anders mee om dan ik.

‘Straf jezelf niet, zo zegt ze. Dat gaat ten koste van de bezieling in je werk en dan verval je in trucjes en zelfde beelden die niets meer uitstralen.’ 

Ze heeft gelijk. Mezelf dwingen werkt averechts. 

‘Ik kom er tijdens het praten met haar achter dat ik een soort verbinding met mezelf moet hebben om te kunnen creëren. Als die verbinding stabiel is, dan ben ik ook gemotiveerder om mijn creatieve bron aan te spreken en te gebruiken.’

Ik denk dat dit voor elke maker geldt. 

Maar er zijn gewoon dagen dat dit niet lukt. Het is menselijk en normaal om niet elke dag als een robot te functioneren. En dat moest even bevestigd worden.

Als we hebben opgehangen, trek ik de la met kralen open, zet touwtjes op mijn weefraampje en verdwijn in het hersenloos rijgen van kraaltjes. Het heeft iets meditatiefs. Verdwijnen in de stilte van mezelf die onder de onrust van het moeten zit. Gewoon iets maken, zonder me druk te maken over een einddoel.

Maar feit blijft: ‘elke dag zoeken naar motivatie is moeilijk als je veel alleen werkt.’ Er zijn maanden dat het prima gaat, dat is mijn flow. Maar nu is het tijd om de regen te gebruiken als ontspannende douche en reflectie.

In mijn hoofd spoelt de regen figuurlijk de oude dingen weg, vult de bron aan met vertrouwen dat het wel goed komt. 

Morgen weer een dag.








vrijdag 24 februari 2023

1 year of war in Ukraine (english only)



 It’s a year ago when I started to draw my first Love Bird - No War. When I started I still had the naive idea that it would be a short war. The first week I couldn’t stop crying. The weeks after it I lost two friends who died there. So far my experience with a war far from my own country borders. The world changed the last couple of years. I don’t know why, but I have the feeling a lot of people stopped listening to eachother and can’t reach the lanquage of the heart anymore. It makes me sad and it makes me desperate sometimes. If I want people to listen, I need to be open myself aswell. I need to hear and try to understand why some of us have a completely different opinion about this world then I have. 

I need courage to say I’m not ok with a lot of opinions, but an opinion used to do no harm. It was just an opinion and live goes on. 


In Russia you can’t have an opinion. If you do have one, make sure it’s the same, the Kremlin is having, because every other one is treason against a criminal government.

Nowadays almost every political opinion has a weight. Also in my little country. There are politicians here threatened by mobs or online. Live threads, dead threads, you name it... 

And like I was raised it’s never ok to threaten someone if you don’t share another vision or opinion.  

Polarisation is a verbal war at first, before it becomes a physical war I think. 

I often feel like WW2 is to far ago for some of us to remember how that started. I wasn’t there, but my grandmother told me a lot about it when she was still alive. It has it’s similar events. And do people ever learn from the past, or do we need to forget and learn it the hard way over and over again? Is this also human nature? 


I often asked myself last year what I would do when another country invaded mine. 

Would I fight? Would I stay passive? Would I know hate the way some people hate. Raw hate is a brick wall you can touch, but not break trough, because behind it, lies a great sadness and even bigger anger.

How would it be if soldiers marching trough my streets, occupying buildings not theirs? Where does our freedom go when a government has no other choice then to fight and calls everyone to join? Would I flee, or would I defend my country until I die? 

So with every bird I draw there are these questions.

Freedom as we know it in my country is more vulnerable then ever and we need to cherish it. Because it can be over in a wink of an eye. 

And that is why I draw my Love Birds. As a reminder that nothing and certainly not freedom, is for granted.


dinsdag 13 december 2022

Inspiratie

 



Soms maak ik afspraken met mezelf. Zo werk ik al een hele tijd aan verschillende verhalen, ‘series van illustraties of kunstwerken.’ Op deze manier ploppen er ideeën in mijn hoofd die op dat moment ontstaan. Dat ik de dag of soms een uur ervoor nog aan iets totaal anders werkte, dat maakt dan niets uit. Ik heb namelijk ook een afspraak met mezelf dat structuur niets voor me doet. 

Mijn (mobiele) notitieboek is inmiddels zo’n chaos, dat het ook precies uitbeeld hoe ik werk. Dus afspraken maken met mezelf over hoe eventueel toch gestructureerder te werken, zijn vaak lijstjes die in dat zelfde chaotische denk-universum belanden, kwijt raken en vervolgens maanden later weer opduiken.  

Inspiratie haal ik overal vandaan. Ik weet niet hoe dat komt, het is er meestal ‘gewoon’. 

Een vriend vertelde me laatst dat hij dacht dat het aan de plek ligt waar we wonen. 

Ons ‘bioscoopscherm’, een enorm groot raam, staat zolang er daglicht is de hele dag aan. ‘Alleen natuurfilms, met hier en daar een afwijking naar ‘The Texas Chainsaw Masacre’, als iemand van de buren bomen omzaagt, of perse (ik heb dat nooit begrepen als je in een bos woont) moet bladverplaatsen met een bladblazer.’

Buiten heb ik dus uitzicht op een groen bos; ‘Er vliegen vogels af en aan en eekhoorns hebben hun weg ook gevonden tussen de bakjes noten en zaden die buiten staan.’ 

Ik hou van organische vormen. Mijn lievelingskleur is groen, dus ik heb hier ook echt geen gebrek aan inspiratie. 

Behalve vandaag dus. 

Na een nacht slecht slapen, ik denk de volle maan van vannacht, zit ik met brandende ogen op de bank. Het nieuwsgierige gevoel waar ik bijna dagelijks mee opsta is er niet. 

Wel een gevoel van onvrede en vermoeidheid. Ik kijk naar buiten, maar ook daar is behalve de straaljagende koolmezen niet veel spectaculairs te zien. 

Ik geneer me een beetje, omdat ik me zo voel. Ik wil het er eigenlijk niet laten zijn, want: ‘kom nou, onvrede?!’ 

Dan wordt er op de voordeur geklopt. De postbode staat er met een groot pakket. Ik glimlach, ‘daar zit de nieuwe elektrische deken in.’ 

De verwarming kan uit, Eva mag op de bank met het dekentje. 

De zon doet ook nog even mee en laat een paar spectaculaire stralen zien door de bijna kale bomen. Je kent het wel, ‘stairways to heaven’, inclusief het aaa-geluid van engelengezang en het lachwekkende geluid van paniekerige winterkoninkjes. 

Geen inspiratie, staat voor mij: ‘voor niet presteren, voor doelloos rondzwalken in mijn creatieve brein’, terwijl ik mezelf best wel hard getraind heb om elke dag een doel te hebben en daar voor te gaan. 

Daarbij vergeet ik soms dat ik ook maar een mens ben en dat ‘mèh-gevoelens’, er gewoon bijhoren. 

Gelukkig zijn die gevoelens maar tijdelijk. 

Tegenwoordig leer ik om steeds beter om mee te gaan in die inspiratiestroom. Naar mijn idee is dit ook de beste manier om mijn flow te laten voortduren. 

En, zoals Pema Chodron schreef over gevoelens en emoties: ‘You are the sky, everything else is just the weather.’ 

Voor nu zit ik op de bank met mijn nieuwe warme deken, een kop chocolademelk met slagroom en een druppie rum. Ik doe niets. Geen penceel in mijn hand, geen laptop op mijn schoot. Ik kijk naar buiten en voel de tevredenheid alsnog opborrelen. 

Laat die inspiratie maar komen… 


Meer lezen of op de hoogte blijven van de laatste creatieve updates? Volg mijn pagina op facebook, Atelier Samsara of zoek me op op Instagram (ecb_ateliersamsara ) voor de nieuwste illustraties. 

Vindt je dit leuk? Liken en delen vind ik heel erg fijn. 

woensdag 30 november 2022

De kunst van kijken (1)

Het is moeilijk om de wereld die nog niet zichtbaar is te beschrijven in woorden, maar ik wilde altijd al een prentenboek maken. 

Waar te beginnen vooral en, of ik het thematisch moest aanpakken is niet echt mijn ding. Ik werk nog altijd intuïtief en waar mijn hoofd me heen brengt. Chaotisch dus. 

Het is niet dat ik niet thematisch kan werken, maar zoiets als dit moet juist geen logica hebben. Naar mijn idee is de invulling van de kijker dan een aanvulling op het beeld. De ene dag wil ik de schoonheid ontdekken van mooie wezens en de andere dag wil ik juist laten zien dat schoonheid maar een laag is. Of juist andersom. 

Ik vraag me heel vaak af waar het idee van een perfect plaatje vandaan komt. Bijvoorbeeld als ik kijk naar hoe mode wordt gepresenteerd, of waarom dromerige plaatjes altijd meer aanspreken dan een beeld wat imperfectie weergeeft. 

Ik heb lang niets gehad met abstracte kunst, omdat ik mijn hoofd er niet omheen krijg. Naar kunst kijken moet altijd iets oproepen. Althans bij mij. Dat heb ik heel vaak niet met abstracte kunst.

‘Fantasy art’, of vertaald, fantasiekunst wordt voor mijn gevoel te vaak buiten het ‘kritisch kunst kijken’ geplaatst, terwijl juist dat thema heel veel mensen aanspreekt en het kunst toegankelijker maakt. Althans dat denk ik. 

Ik ben nog steeds een groot fan van surrealistische beelden. Ik hou nog steeds van Salvador Dali, Rene Magritte, of een Nederlandse surrealistische schilder die ooit bij mij in de straat woonde, Peter Boekholt. 

Dus kunst die ‘naar de waarneming’ wordt gemaakt heeft bijna altijd eerder mijn aandacht dan een abstract beeld. 

Toch kan abstracte kunst wel degelijk verwondering oproepen. Als ik er iets in zie dat herkenbaar is voor mij, dan is het alsof het een droom is die een beeld op zijn plaats zet, ook al heeft de kunstenaar het vaak helemaal niet zo bedoeld. Abstracte kunst kan ook conceptueel zijn, maar dan is het verhaal al ingevuld en is de invalshoek om er naar te kijken al heel anders. Het maakt in zekere zin het kijken naar abstracte kunst veel makkelijker, omdat het verhaal achter het maakproces dan al bekend is, waardoor je begrijpt wat er met die krabbels op een doek worden bedoeld. En nee, dat kan een kleuter van 4 nog niet. 


Ik hou ook van organische vormen. Misschien heeft dat ook wel te maken met mijn liefde voor de natuur, voor het buiten rondlopen en te kijken naar opvallende vormen in takken en bomen. 

Wat ik een bijzonder voorbeeld vind is dat we in een prachtig natuurgebied wonen. Er meandert een kleine beek, er is bos, stukken weiland en dan op een bepaalde plek heb je ineens uitzicht op een industrieterrein. Niemand die ik ken vindt het een mooi uitzicht. Maar toch staat dat industrieterrein er. Zielloze blokkendozen en het geluid van de snelweg maken zo’n depressief beeld af. 

En hoewel het niet mooi is, geeft het voor mij een realiteit weer, die aangeeft dat er zelfs in lelijkheid kunst kan bestaan. Want ook al is dat industrieterrein vooral praktisch, het is een ‘kunst’ om het precies daar neer te zetten waar mensen juist komen kijken naar de schoonheid van de natuur. 

Daarmee wil niet ik zeggen dat er dan maar meer industrieterreinen gebouwd moeten worden. De plaats van dat terrein is absurd natuurlijk. Maar dat is ook een stroming, absurdisme.. wellicht uitgevoerd door een verveelde landschapsarchitect bij de gemeente.  


Het geeft wel stof tot nadenken. Als ik een prentenboek wil maken, dat niet in de hoek van het zoveelste fantasy art-boek terecht moet komen, wat moet ik dan veranderen in de beelden waar ik als kind mee ben opgegroeid? Wat maakt mijn beeld minder cliché?




zaterdag 1 oktober 2022

Kou

 





Of het een koude winter wordt, kan ik nooit goed voorspellen. Voor mijn gevoel krijgen we die niet meer.

Wat me wel zorgen baart is dat er steeds meer mensen in de kou staan door de torenhoge energierekeningen die als een sneeuwbui, huishoudens binnen stromen. 

Wij hebben het nog goed voor elkaar hier. Al zou ons huis zeker beter geïsoleerd kunnen worden en hebben we een oude houtkachel, die als het buiten rond de 10 graden blijft het hele huis op een temperatuur houdt tussen de 18 en 21 graden. 

Ik kan me niet herinneren dat ik het ooit koud heb gehad toen ik nog bij mijn ouders woonde. Als kind hadden we ook een houtkachel en op mijn kamertje boven kreeg ik wel een elektrisch kacheltje die ik alleen aan mocht als ik daar mijn huiswerk zat te maken. En als ik me daar niet aan hield (geloof me ik was geen makkelijke puber) moest ik mijn huiswerk gewoon beneden aan de tafel maken. 

Sowieso was het daar altijd warm in de winter met die houtkachel. 

En mijn kast lag vol met warme wollen truien. 

Dus ik had het nooit koud. 

Ik vraag me soms af hoe dat met mijn opa en oma ging. Die hebben echt jarenlang in een huis gewoond met alleen een gaskachel. Centrale verwarming was er niet. Die gaskachel ging alleen hoger dan de waakvlam als het echt onder 0 was. En toen ze echt ouder werden ging die ‘s avonds ook nog wel eens aan. 

Mijn oma vertelde dat, toen ze nog jong was, de kachel in de boerderij het centrale punt was van het huis. Alleen herenboeren hadden in elke kamer een vuurplaats maar de kleinere boerderijen hadden een kolen/turf/houtkachel waar ook op werd gekookt. 

Buiten was vaak ook nog een kookplaats met vuur waar werd gewassen en warm stromend water was er zeker niet. 

Een bad bestond alleen: op zaterdagen uit moeders die voor het hele gezin een wastobbe vol goot met kokend water. Aangezien de gezinnen in die tijd nogal groot waren moest iedereen in dezelfde wastobbe. 

Aangenaam warm water vond mijn oma. Ik kon me er niets bij voorstellen, hoewel mijn vader toen ik jonger was het ook normaal vond om in mijn gebruikte badwater te stappen om niets te verspillen. 

Later, veel later bleek dat gewoon niet zo hygiënisch. En was er gewoon een snelle douche. 

Een centrale verwarming hadden we niet, hoewel mijn vader die later wel heeft geïnstalleerd in mijn ouderlijk huis. 

Toen ik op kamers ging had mijn eerste kamer ook geen centrale verwarming. Ik woonde op een zolderkamer en kan me daarvan ook niet herinneren dat ik het ooit koud had. Beneden was wel centrale verwarming en die stond volgens mij zelfs in de zomer aan, want ja, studenten met all in-huur letten in die tijd niet zo op de stookkosten. 

Wat een verwennerij! En wat is de geschiedenis van echte kou toch lang geleden! 

Althans totdat ik vandaag dus las dat we bijna 30 jaar of langer terug zijn geworpen in de tijd. Een tijd waarin het normaal was om kou te verdragen. De gasrekeningen zijn zo enorm hoog dat minima het nu al koud hebben…


Ruim een jaar geleden ontdekte ik de Wim Hof Methode (WHM) niet omdat ik het altijd koud of warm had, maar omdat ik op zoek was naar een manier om meer energie te krijgen en de artsen al tegen me hadden gezegd dat ik moest leren leven met mijn chronische ziekte, met als handicap, stukken minder of geen energie. 

Ik ben in de zomer begonnen met: jawel, koud douchen. En de bijbehorende ademhalingsoefeningen. Bij hete dagen helemaal geen straf. 

Ik wilde ook afvallen, want door dat gebrek aan lichamelijke energie kwam ik toch ook wel wat meer aan. 300 meter wandelen was al te veel. Maar de eerste keer dat ik het probeerde gaf me zo’n kick dat ik gelijk 7km wandelde alsof ik nooit anders had gedaan. 

Ik snapte er niets van. Maar je begrijpt wel dat er mee ophouden geen optie was. 


Elke dag werd ik wakker, stapte buiten onder de koude tuindouche, deed de ademhalingsoefeningen en ben ik inmiddels terug op een veel hoger energieniveau dan ik ooit voor mogelijk heb kunnen houden. 

In het begin deed ik dit 15 minuten per dag. Eerst een set van 3 die in totaal 11 minuten duurt en het koud douchen deed ik 2 minuten. 

Buiten douchen deed ik elke dag tot het water in de tuinslang bevroor. 

Wel jammer want binnen is de water temperatuur een stuk hoger in de winter. Een van de grote voordelen is, dat we vorig jaar de verwarming nauwelijks aan hebben gehad. En zo wel, niet hoger dan 18 graden. 

Ik hou van kou. Echt. Ik heb er gewoon nooit enorme problemen gehad. En dan heb ik het niet over kou tot op het bot, maar een koude winterdag buiten met een warmend zonnetje, wegtrekkende mist… Ik hou ervan. Mijn hart gaat er letterlijk sneller van kloppen, met als voordeel dat ik het gewoon niet koud heb. 

Echte kou met temperaturen onder de -10 graden voor langere tijd kennen we eigenlijk niet meer in Nederland. Dus zijn we (ja ik generaliseer, sorry not sorry) gewend geraakt aan het comfort van warmte. 

We staan op uit een hopelijk warm bed en de nachttemperatuur in de meeste huizen zal niet onder de 15 graden zijn gedaald. 

Dus stel je eens voor dat je na een lange winter in de lente naar buiten gaat bij 15 graden. De zon schijnt en ik zie de meeste mensen hun winterjas aan de wilgen hangen. Bij 18 graden doen de meeste ook hun trui uit en bij 20 kunnen de zomerkleren uit de kast. Begrijp je waar ik heen wil?


Nu is zonnewarmte wel tricky. Zonnewarmte heeft infraroodstraling die ons lijf tot in zijn diepst kan verwarmen. 

Daarom voelt het dus voor mij ook zo enorm prettig om eerst ijskoud buiten te douchen en bij 6 graden buiten op te warmen in het zonnetje met alleen een handdoek om. Dat voelt alsof je bij 25 graden in zee hebt gezwommen en daarna lekker opwarmt op het strand.

Het voordeel is dat die infrarood warmte ook wel even blijft hangen in je lichaam. 

Als je daarna terug komt in je huis van 15 graden voelt het serieus aangenaam. 

Dus wellicht is WHM een oplossing voor mensen om weer wat meer te wennen aan kou.

Heb je de verwarming dan op 15 graden staan, dan slaat die vanzelf aan als het buiten kouder wordt dan 15 graden. 

Ik weet het 15 graden is wel koud als je stil zit op de bank, maar ik los dat op met een echt warme trui. Geen polyester troep, maar degelijk materiaal, dat je echt helpt om je lichaam tegen kou te beschermen. Een goeie deken over mijn benen en wat kaarsjes aan overdag zorgt in ons ongeisolleerde huis dat de temperatuur al stijgt naar 18 en daar kan ik persoonlijk prima mee thuis werken. 

Maar WHM doet voor mij wel meer dan dit voordeel. Ik hou wel van een borreltje op zijn tijd. En hoe ouder ik word, hoe slechter ik alcohol verwerk, met als gevolg dat ik de volgende dag katerig en moe ben. De ademhalingsoefeningen van WHM zorgen er bij 2 a 3 sets voor dat ik nergens meer last van heb. Mijn energielevel is gestegen en ik functioneer als elke andere dag. Nu wil ik je niet aanmoedigen om te veel te drinken, maar ik vond dit wel het vermelden waard. 

Doordat ik chronisch ziek ben heb ik regelmatig te kampen met dagen die echt niet ok zijn energie technisch. Dat voel ik zodra ik opsta. Maar door juist een klein beetje meer aandacht te besteden aan dat aspect weet ik exact wat ik op een dag aankan en, dat ik met een extra ademhalingsset ook nog tijd over hou voor leukere dingen ‘s avonds. 

Ook de somberheid is een stuk minder in de winter. Ik heb er net als veel mensen last van als de zomer overgaat in de herfst en ik hou gewoon niet van de winter. Toch voel ik me nu veel stabieler op winterse grijze dagen. 

Dus al met al heeft kou echt veel voordelen. 

Mocht ik je nou hebben geïnspireerd met mijn geratel, dan raad ik je aan om eens een kijkje te nemen bij Joost Singer. Hij zit in Twente en is een van de gecertifieerde WHM trainers die je op een hele zachte manier helpt om je eigen te maken met deze methode. https://joostsinger.nl/

Dus, winter… kom maar op! 


Januari ‘22


Maart ‘22










zondag 8 mei 2022

Moederdag

Moederdag.

Dat is wel zo’n dingetje. Beladen wel. 

Elke jaar krijg ik lieve berichtjes van vriendinnen die mij ondanks dat we geen kinderen hebben kunnen krijgen er aan herinneren dat ik een topmoeder zou zijn geweest. Ik haal dan altijd mijn wenkbrouw omhoog. 

Ik weet namelijk niet of dat zo is. 

Het is wel goed zo, want we zijn al een jaar of wat erg blij met ons leven met ons tweetjes. 

Ik vraag me wel eens af of onze relatie het had gered met kinderen. Dat klinkt misschien heftig, maar ik en vaak ziek en ziekenhuis maakt het idee kinderen, die diepe wens eigenlijk een stuk minder reëel. 

Natuurlijk hadden we het pad van IVF en nog meer artsen kunnen lopen, maar achteraf ben ik blij dat we de natuur haar gang hebben laten gaan en nu dus geen kinderen hebben, die misschien ook wel in een wereld terecht zouden zijn gekomen die ik niemand kan verkopen als veilig, beschermd en ok om als kind op te groeien. En hoe had ik ze kunnen beschermen zonder ze op te sluiten in de kelder? Zie, ik zou geen beste moeder zijn geweest en dat vind ik prima. 

Ik kan nu af en toe kijken naar kinderen van vrienden, naar huis nog een flesje wijn opentrekken, tot diep in de nacht schilderen, schrijven of netflixen en er is niemand die me stoort. Alleen manlief die toch de muziek een stukje zachter wil midden in de nacht.

Terwijl ik het schrijf klinkt het een beetje zielig, maar zo voel ik het niet. Ik ben, of eigenlijk wij zijn dik tevreden zo. We hebben oprecht meer vrijheid. 

En dan is er nog dat andere beladen onderwerp. Ik HEB nog een moeder. Sommige vrienden en familie van ons hebben geen moeder meer en sommigen ervaren moederdag dan ook als een verdrietige dag, omdat ze hun eigen moeder missen. Dat is heftig om te zien, dan zou ik ze willen knuffelen en willen vertellen dat ze niet alleen zijn. Hoewel niets moederliefde kan vervangen natuurlijk. 

Vandaar dat ik dan ineens uitkom op leven. 

Leven, ongeacht welke (moeder) dag het is, is toch wel het mooiste wat er is. Het is me gegeven door mijn eigen moeder en zodoende kan ik alles wat hier op aarde te vinden is uitvogelen tot ik er niet meer ben. En hoe cliché dat ook klinkt, het is waar en geldt uiteindelijk voor iedereen. 

Moederdag is een dag om het leven te vieren maar ook om herinneringen te koesteren. 

En ja je mag natuurlijk verdrietig zijn, maar dat verdriet echt voelen, maakt ook dat je weet dat je leeft en dat dat iets kostbaars is. 

En ja, ik voel me wel eens verdrietig op moederdag omdat er geen roodharig monster door de slaapkamer rent met ontbijt op bed of een zelfgekleide asbak die ik ergens moet zien weg te moffelen. 

Dus heb ik besloten: ‘ik ga een feestje hebben op moederdag’. 

Ik leef.

Met dank aan mijn moeder en haar moeder.

Met dank aan alles waar we mee verbonden zijn.

Ik ben en Wij zijn.

Moeder.